Menu

Home

Afdwalende gedachten (tijdens een vergadering)

Sloop die flatgebouwen en je ziet de horizon. De echte horizon
echter is geen lijn maar een ring. (Kijk maar om je heen.)

Voor lange mensen ligt de horizon verder weg dan voor
korte. (Leven zij dus in een grotere wereld misschien?)

Als je met een raket de aarde verlaat wordt de ring steeds
wijder totdat hij gelijk wordt aan de omtrek van de aarde.

Als je oneindig klein bent, heeft de hoepel zich samengesnoerd
tot een stip en bevindt de horizon zich theoretisch gesproken

onder je voeten. Maar dat kan natuurlijk niet. Kan het ook anders? Kan ik
op de horizon lopen? Jazeker. Want dit is geen gedicht maar een handleiding.

Straaljagerpiloten hebben er last van. Als je hard gaat, trekt je blikveld samen. Stel, je rent over een weg waar aan beide kanten een boom staat. Ga je harder, dan wordt de weg smaller. De horizonnen links en rechts komen dichterbij. Het lijkt alsof je maar nét tusen de bomen door kunt. Dat heeft te maken met hoeveelheid informatie je hersenen kunnen verwerken (überhaupt het probleem, eigenlijk). Kortom, als je maar hard genoeg rent, loop je op een streep

die misschien de weg is die je zocht.


Micha Hamel
Uit: Bewegend doel
Uitgeverij Augustus, 2013

Micha Hamel
Micha Hamel (Amsterdam, 1970) is naast dichter ook componist, dirigent, theatermaker en docent. Hij is lid van de Academie van Kunsten van de KNAW. Zijn gelauwerde poëziedebuut Alle enen opgeteld (2004) werd opgevolgd door nog drie bundels. Zijn derde bundel, Bewegend doel, leverde hem de Jan Campert-prijs op. Zoals ook in zijn meest recente werk, oen het moestem> (2017), weer duidelijk wordt, laat Hamel zich niet vangen in een herkenbare vorm of kader. Zijn poëzie zoekt constant andere kunstvormen op en laat ze een dialoog starten. De gedichten zijn doordrongen van muzikaliteit en beweging. Grenzen zijn arbitrair, onnodig zelfs. ‘‘Zonet heb ik mijzelf benoemd tot Dichter des Hamels; een aanstelling voor het leven!’ meld ik monter en trots.’ Zijn typische cynisme zou de lezer zwaarmoedig maken, ware het niet dat Hamel zijn lot met veel humor draagt en deelt.

"als je kijkt dan ben je zowel in je oog maar je bent ook op de plek waar van je naar kijkt.
Dus je bent dus zowel hier als daar. En dat is eigenlijk heel fascinerend, dat we een zintuig hebben dat ons op twee plaatsen tegelijk laat zijn.”
Citaat Micha Hamel

Video: Afdwalende gedachten (tijdens een vergadering)
Link: recensie ‘Bewegend doel’



HALLO GEDICHT!


DE TITEL IS EEN TEASER
Iederéen kent wel zo’n moment waarop je afgeleid raakt door je eigen gedachten. Je mist een stukje van een gesprek, maar je krijgt er een kleurrijk eigen idee voor terug. De titel van dit gedicht kan zomaar een opstapje zijn tot het schrijven van een eigen tekst. Leg je hand dus nog even over dit gedicht. Ondertussen heeft Hamel je in de titel alvast verteld waar zíjn gedicht ontstond. Misschien is het woord ‘horizon’ gevallen tijdens de vergadering. Haal je hand weg en ontdek in het gedicht van Hamel hoe je vanuit hoogte, laagte, ruimte en krapte over de horizon kunt denken. Hamel laat zien wat afleiding kan opleveren.

DE WITREGEL IS EEN PAUZEMOMENT
Micha Hamel is ook componist. Tijdens het schrijven houdt hij rekening met de muzikaliteit van zijn regels. De witregel wordt een tel pauze in de melodie. De dichter dirigeert je van het ene naar het andere weetje over de horizon. Merk op dat de horizon per strofe van vorm, maat en plaats verandert. Het gedicht traint je in het wisselen van je kijkpositie. De witregel geeft je een korte aanlooptijd om een volgende positie in te nemen. De dichter heeft die strategie er voor je ingesleuteld: zo verschuiven de beelden van de horizon in jouw hersenen. Na het lezen van dit gedicht denk je misschien net even anders over die wonderlijke lijn. Je dacht eerder misschien dat ‘horizon’ een flauw cliché was voor ‘de oneindige verte’.

SPEUR ALS EEN DETECTIVE
Wil je het spul waar een gedicht van gemaakt is uitpluizen, dan is het handig om op te sommen wat er in het gedicht staat. Wie spelen een rol? Jij, ik, lange en korte mensen en de straaljagerpiloten. Wat zie je concreet? Flatgebouwen, raket, wereld, aarde, voeten, handleiding, boom, bomen, informatie, hersenen. Welke grafische symbolen herken je? Hoogte, laagte, lijn, hoepel, stip, streep. Waar zijn we in het gedicht? Met behulp van een GPS ga je de plekken niet vinden. In het gedicht ben je ergens op de wereld, ergens boven de aarde, ergens tussen de bomen. In de laatste regels loop je op een streep. Wanneer? Het gedicht is niet gebonden aan tijd. Het verwijst naar een eeuwig natuurkundig symbool: de horizon. Je hebt nu overzicht over de elementen van het gedicht. De dichter heeft ze niet zomaar gekozen. Wil je persé weten waarom? In regel 10 krijg je een droog antwoord: “dit is geen gedicht maar een handleiding.” Je hebt al lezend een methode om te kijken uitgepakt. Opgelet: de dichter gebruikt jouw hersens om je dadelijk in de slotregel een nieuw inzicht te verkopen! Daarom dus.

DURF HARDOP TE LEZEN!
Je ziet aan het gedicht dat het uit twee delen bestaat. Het eerste deel kan prima voor een gedicht doorgaan. De vijfde strofe wijst letterlijk vooruit naar deel twee: “Kan het ook anders? Kan ik óp de horizon lopen?” Als je het gedicht hardop leest voel je de verandering van ritme. Deel een is onderzoekend van toon. Je leest het voor als een instructie, zonder emoties. In deel twee staan de regels aan elkaar geplakt, zonder witregels. De toon is die van een sportverslaggever. Je accelereert. Voorlezen over rennen wordt rennend voorlezen. Deel twee leest als een ademloze beschrijving van een potje rennen en rondkijken terwijl je rent. Tussen twee bomen versmalt de weg. Denk je.

LET OP DE LAATSTE REGEL
Als je net op gang bent gekomen remt de dichter je weer af. Je tempo en de beelden van de horizon in je hoofd zijn geklutst tot optisch bedrog. Is het pad smaller geworden? Nee en ja. Niet in de werkelijkheid. Wel in je waarneming. Je hersens raken een beetje oververhit. Je ziet iets voor je dat er eerder niet was. Je rent zelf op de horizon. De oneindige verte bevindt zich ineens onder je eigen voeten. Dat was de verrassing die de dichter voor je onder z’n pet hield. Je eigen weg is heel dichtbij. Met dank aan je hersenen, die meer kunnen dan een dichter kan denken.